Wettelijk kader
De belangrijkste bepalingen i.v.m. het re-integratietraject zijn samengebracht in de Codex over het welzijn op het werk, Boek I Algemene beginselen, Titel 4 Gezondheidstoezicht, hoofdstuk VI. Het KB van 11 september 2022 wijzigt de titel van het hoofdstuk en maakt een onderverdeling in 3 afdelingen waarin de bestaande artikelen worden ondergebracht en gewijzigd.
Hoofdstuk VI, Werkhervatting voor arbeidsongeschikte werknemers.
- Afdeling 1 - Contact met de arbeidsongeschikte werknemer met het oog op het informeren over de mogelijkheden bij werkhervatting (nieuw art. I.4-71/1)
- Afdeling 2 - Het re-integratietraject van de werknemer die het overeengekomen werk tijdelijk of definitief niet kan uitoefenen (bestaande art. I.4-72 tot I.4-82)
- Afdeling 3 - Bijzondere procedure in het kader van artikel 34 Arbeidsovereenkomstenwet (nieuw art. I.4-82/1).
Contactopname na 4 weken afwezigheid
De contactopname na 4 weken (nieuw artikel I.4-71/1) heeft als doel de arbeidsongeschikte werknemers zo snel mogelijk te informeren over de verschillende mogelijkheden die er zijn om een werkhervatting te vergemakkelijken, nl. een bezoek voorafgaand aan de werkhervatting of een re-integratietraject. Deze informatie wordt verstrekt door de arbeidsarts (of de verpleegkundigen die hem bijstaan).
Re-integratietraject
De bestaande bepalingen over het re-integratietraject (art. I.4-72 tot I.4-82) worden aangepast. De belangrijkste wijzingen hebben te maken met volgende aspecten:
- termijnen: omwille van de duidelijkheid worden de termijnen niet langer in werkdagen maar wel in kalenderdagen bepaald. Een aantal termijnen worden verlengd m.n. voor de werknemer de termijn om beroep in te stellen tegen de beslissing van de arbeidsarts en deze om in te stemmen met het re-integratieplan. Andere worden ingekort, m.n. de termijn voor de werkgever om het re-integratietraject op te starten en de termijn om een re-integratieplan op te maken voor een werknemer die definitief ongeschikt is.
- beslissingen: het aantal beslissingen van de arbeidsarts in het kader van de re-integratiebeoordeling wordt teruggebracht van 5 naar 3. Er wordt meer ingezet op het belang van werkpostaanpassingen of aangepast/ander werk dat rekening houdt met de mogelijkheden en de gezondheidstoestand van de werknemer.
- overleg met andere deskundigen: overleg met andere deskundigen zoals de Terug-naar-werk coördinator bij de ziekenfondsen, (dis)ability casemanagers of (arbeids)deskundigen van de gewestelijke instellingen, VDAB, Forem en Actiris wordt gestimuleerd. De arbeidsarts kan deze deskundigen raadplegen in het kader van de re-integratiebeoordeling en de werkgever bij het opmaken van een re-integratieplan.
- de verplichtingen van de werkgever worden versterkt. De werkgever moet bij het onderzoeken van de mogelijkheden voor aangepast of ander werk en bij het opmaken van een re-integratieplan, rekening houden met de aanbevelingen van de arbeidsarts, met het collectief re-integratiebeleid en eventueel ook met het recht op redelijke aanpassingen voor personen met een handicap.
- einde van het re-integratietraject: artikel I.4-76, §1 geeft voortaan een duidelijke opsomming van de situaties waarbij een re-integratietraject beëindigd is. Bij de beëindiging zal ook steeds de mutualiteit worden verwittigd met het oog op het eventueel opstarten of verderzetten van een terug-naar-werk traject, waardoor ook de mogelijkheden voor opleiding of werk bij een andere werkgever sneller kunnen worden onderzocht.
Re-integratiebeleid
Naast de individuele begeleiding van langdurig zieken op basis van re-integratietrajecten, moeten werkgevers ook een re-integratiebeleid uitwerken. Dit re-integratiebeleid biedt een collectief kader met maatregelen om de terugkeer naar de werkvloer te bevorderen. Het KB van 2022 versterkt de bepalingen over het re-integratiebeleid en breidt deze uit (vervanging art. I.4-79). Zo moet de jaarlijkse evaluatie van het re-integratiebeleid in overleg met het Comité, worden ondersteund met twee documenten:
- de arbeidsarts maakt een kwalitatief en kwantitatief verslag op voor de werkgever en het comité. In dit verslag moeten verschillende elementen aan bod komen, zoals het aantal spontane raadplegingen, het aantal vragen voor aanpassing van de werkpost, het aantal opgestarte re-integratietrajecten en bezoeken voorafgaand aan de werkhervatting, enz.
- de werkgever maakt een document op met geanonimiseerde en geglobaliseerde elementen uit de re-integratieplannen en gemotiveerde verslagen. Dit document omvat in ieder geval de stappen die ondernomen werden om aangepast/ander werk te zoeken of om de werkpost aan te passen en de redenen waarom er eventueel geen re-integratieplan kon worden opgemaakt of een aangeboden plan werd geweigerd.
Medische overmacht
De beëindiging van de arbeidsovereenkomst omwille van medische overmacht wordt losgekoppeld van het re-integratietraject. De procedure voor definitieve ongeschiktheid die de arbeidsarts moet volgen, is vastgelegd in het nieuwe artikel I.4-82/1. Dit artikel is in werking getreden na aanpassing van artikel 34 van de wet betreffende de arbeidsovereenkomsten (op 28-11-2022).
Inwerkingtreding
Het KB van 11 september 2022 treedt in werking op 1 oktober 2022, met uitzondering van de bepalingen m.b.t. medische overmacht die in werking treden op 28 november 2022. De verschillende fases van het traject (re-integratiebeoordeling bij de arbeidsarts, onderzoek en overleg door werkgever) wijzigen op zich niet. De nieuwe regels zijn dus onmiddellijk van toepassing op de lopende re-integratietrajecten.
Bron:
Koninklijk besluit van 11 september 2022 tot wijziging van de codex over het welzijn op het werk wat het re-integratietraject voor arbeidsongeschikte werknemers betreft