Wettelijk kader
Het KB van 14 augustus 2021 (BS van 23 augustus 2021) wijzigt de bepalingen in verband met de bedrijfsbezoeken en het beleidsadvies door de externe diensten. Een nieuw hoofdstuk 7 ‘Specifieke opdrachten van de externe dienst’ (art. II.3-52 - art. II.3-58) werd toegevoegd in titel 3 ‘De externe dienst voor preventie en bescherming op het werk’ van boek II ‘Organisatorische structuren en sociaal overleg’ van de codex over het welzijn op het werk. De bestaande bijlage II.3-2, met een overzicht van de inhoud van het beleidsadvies, werd opgeheven. Het KB voerde ook aanpassingen door in de bepalingen over de bedrijfsbezoeken door de externe dienst om deze in lijn te brengen met de gewijzigde tariefregeling die sinds 1 januari 2016 van kracht is (vijf tariefgroepen). Tot slot werden een aantal bepalingen in verband met het dynamisch risicobeheersingssysteem aangepast om ook hier verwijzingen in op te nemen naar het beleidsadvies (art. I.2-8, I.2-9 en I.2-12). Het KB van 14 augustus 2021 treedt in werking op 1 januari 2022.
Gecoördineerde tekst
Context
Het beleidsadvies werd in 2015 geïntroduceerd in de wetgeving, tegelijkertijd met de aangepaste
tarifering van de externe diensten. Een belangrijk principe van deze tarifering is dat er voor kleinere bedrijven (C- of D-bedrijven zonder een preventieadviseur niveau 1 of 2, C
min- en D-bedrijven) een forfaitair basispakket voorzien is. Het formuleren van een beleidsadvies op maat van het kleine bedrijf door de externe dienst is een onderdeel van dit basispakket. Het beleidsadvies maakt een diagnose van het preventiebeleid en bevat verbetervoorstellen. Bij het uitvaardigen van de wetgeving in 2015 werd ervan uitgegaan dat vijf jaar voldoende tijd zou zijn voor de externe diensten om voor alle aangesloten bedrijven een beleidsadvies op te stellen. Maar omdat dat niet het geval was, hebben de sociale partners gevraagd om de bepalingen in verband met het beleidsadvies te verduidelijken.
Belangrijkste wijzigingen
De wijzigingen in de verplichtingen van de externe diensten betreffen hoofdzakelijk:
- voor kleinere bedrijven (Cmin- en D-bedrijven):
- informatieplicht bij aansluiting, uiterlijk twee maanden na afsluiting overeenkomst (nieuw art. II.3-52);
- beleidsadvies met prioritaire risico’s en concrete preventiemaatregelen (op maat van de onderneming) (nieuw art. II.3-56);
- actieve medewerking van de externe dienst aan de risicoanalyse (opstarten, uitvoeren en updaten) en actualiseren van het beleidsadvies (aangepast art. II.3-16). - bedrijfsbezoeken door de externe dienst (opheffing bepalingen bedrijfsbezoeken in art. II.3-27, nieuwe artikelen II.3-53 - II.3-55):
- timing vastgelegd voor het verkennend bedrijfsbezoek (nieuwe benaming van het eerste bezoek);
- vaste frequentie voor de periodieke bedrijfsbezoeken;
- uitvoering: eventueel door een preventieadviseur niveau 2 onder de verantwoordelijkheid van de preventieadviseur niveau 1 van de externe dienst;
- de persoon die het bedrijfsbezoek uitvoert, moet vertrouwd zijn met de specifieke risico’s in de sector; - rol van het comité: het comité (d.i. het comité pbw, en bij ontstentenis de vakbondsafvaardiging, of indien ook deze ontbreekt, de werknemers zelf) moet betrokken worden bij de ontwikkeling van het beleidsadvies (nieuw art. II.3-56).
Bedrijfsbezoeken
Bij wie?
Bij alle aangesloten werkgevers.
Door wie?
Preventieadviseurs vertrouwd met de specifieke risico’s en preventiemaatregelen in de sector.
Wat?
Rondgang van de arbeidsplaatsen, samen met de werkgever en een preventieadviseur van de interne dienst. Indien er in het bedrijf arbeidsplaatsen zijn die geografisch verspreid zijn (bv. verschillende vestigingen, werven, …), dan omvatten de bedrijfsbezoeken zowel de hoofdzetel als de verspreide arbeidsplaatsen. Hiervoor wordt in overleg met het bedrijf en de interne dienst een bezoekschema uitgewerkt.
Frequentie?
- Verkennend bedrijfsbezoek = eerste bezoek.
- Periodieke bedrijfsbezoeken: op regelmatige basis (zie tabel).
Document?
Verslag van het bedrijfsbezoek (incl. timing van het volgende bedrijfsbezoek en van andere opdrachten en taken, in het bijzonder wat betreft het gezondheidstoezicht, noodzakelijke tussenkomst van een preventieadviseur met een specifieke deskundigheid, …).
Tabel - Bedrijfsbezoeken - frequentie en doel
| Frequentie | Doel |
---|
Bedrijf | Cmin of D | A, B of Cplus | Cmin of D | A, B of Cplus |
---|
Verkennend bedrijfsbezoek | - tariefgroep 1 of 2: binnen 12 maanden - tariefgroep 3, 4 of 5: binnen 6 maanden na afsluiten overeenkomst | - gevaren identificeren (alle domeinen welzijn op het werk) - 5 prioritaire risico’s en concrete, specifieke preventiemaatregelen voorstellen - functies en/of werkposten identificeren i.f.v. gezondheidstoezicht | Kennisname van de risico’s die: - door het bedrijf in kaart gebracht zijn - vastgesteld worden tijdens het bedrijfsbezoek (bij het periodiek bezoek ligt de nadruk op de evolutie van de risico’s) Advies over: - gezondheidstoezicht - bijkomende opdrachten waarvoor een beroep kan worden gedaan op de externe dienst |
Periodieke bedrijfsbezoeken | - tariefgroep 1 of 2: minstens 1x/36 maanden - tariefgroep 3, 4 of 5: minstens 1x/24 maanden | minstens 1x/24 maanden | - beleidsadvies actualiseren - nieuwe risico’s identificeren - preventiemaatregelen actualiseren - acties en gehanteerde methodiek van de werkgever evalueren (en eventueel aanpassen) |
Beleidsadvies
Het beleidsadvies is een dynamisch instrument om de werkgever bij te staan bij het ontwikkelen van een doeltreffend preventiebeleid op maat van de onderneming (art. II.3-56). Het maakt deel uit van het forfaitair basispakket van de bedrijven die behoren tot groep C of D zonder een preventieadviseur niveau 1 of 2 (Cmin- en D-bedrijven).
Het beleidsadvies wordt opgesteld door actief mee te werken aan de risicoanalyse, is dynamisch en wordt regelmatig geactualiseerd. Het moet ook besproken worden met de werkgever en het comité.
Het beleidsadvies wordt opgebouwd in verschillende fases:
- bij de aansluiting algemene informatie verstrekken over specifieke gevaren verbonden aan de sector en/of aan de activiteiten van de onderneming, goede praktijken, preventiemaatregelen en tools die de werkgever kunnen helpen bij het ontwikkelen van een doeltreffend preventiebeleid, …;
- het bedrijf bezoeken: verkennend bedrijfsbezoek en periodieke bedrijfsbezoeken;
- beleidsadvies aanvullen: in de periodes tussen de periodieke bedrijfsbezoeken naar aanleiding van psychosociale interventies, gezondheidstoezicht, (ernstige) arbeidsongevallen, …;
- beleidsadvies actualiseren: regelmatig, en minstens naar aanleiding van het periodiek bedrijfsbezoek.