Wettelijk kader
Het KB van 7 februari 2018 verscheen op 26 februari 2018 met als titel 'KB tot opheffing van diverse bepalingen betreffende notificaties aan de met het toezicht belaste ambtenaar die in toepassing van artikel 17 van het Sociaal Strafwetboek werd aangewezen om toezicht te houden op de naleving van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en de uitvoeringsbesluiten ervan'. Het KB wijzigt verscheidene artikels in de Codex welzijn op het werk die alle betrekking hebben op verplichte meldingen aan Toezicht Welzijn op het Werk (inspectie).
Jaarverslag
Het KB wijzigt art. I.2-22. Voortaan is het niet meer vereist om het jaarverslag van de interne dienst op te sturen. Het moet nog wel bijgehouden worden. Meer hierover in Jaarverslag interne dienst niet meer insturen.
Werkzaamheden in hyperbare omgeving
Ook de kennisgeving om werkzaamheden in hyperbare omgeving vooraf te melden aan Toezicht welzijn op het werk, valt weg. Deze verplichting om dergelijke werken 14 dagen voor de aanvang schriftelijk te melden met gegevens over datum, plaats en duur van de werken stond ingeschreven in art. V.4-20. Het artikel wordt volledig opgeheven. Het is dan ook niet meer nodig om een kopie door te sturen naar de arbeidsgeneesheer. Artikel V.4-25 vermeldde een uitzondering voor de termijn van 14 dagen. In sommige gevallen zoals reddingswerkzaamheden mochten deze werkzaamheden de dag zelf gemeld worden. Ook dit artikel valt weg.
Chemische agentia: van kennisgeving naar interne registratie
Ook in de titel over chemische agentia zijn een aantal wijzigingen aangebracht. Als gevolg hiervan moeten sommige gegevens niet meer doorgestuurd maar wel bijgehouden worden.
Artikel VI.1-36 bevatte de verplichting om bij productie en gebruik van waterstofcyanide, zijn organische en anorganische cyaanverbindingen en de mengsels die deze stoffen bevatten (en indien ze ingedeeld worden in bepaalde CLP-gevarenklassen) hierover een kennisgeving te doen aan Toezicht Welzijn op het Werk. Dit wordt vervangen door de verplichting om gegevens bij te houden in een intern register.
Grenswaarden voor chemische agentia worden bepaald i.f.v. een referentieperiode (bv. 8 uur). In artikel VI.1-45 is bepaald dat voor werknemers die tewerkgesteld zijn volgens een afwijkend uur- of weekrooster de arbeidsgeneesheer een gemotiveerd voorstel doet voor de in dat geval te hanteren grenswaarde. Dit voorstel moet voorgelegd worden aan het comité. De verplichting om dit voorstel bovendien te melden aan de plaatselijke directie Toezicht Welzijn op het Werk vervalt echter. Het moet wel ter beschikking gehouden worden van de met het toezicht belaste ambtenaren (codex, art. VI.1-45).