Wettelijk kader
Richtlijn 2022/431/EU verscheen op 16 maart 2022 in het Europees Publicatieblad. Deze richtlijn wijzigt Richtlijn 2004/37/EG betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk (omgezet in Belgisch recht door de codex, VI.2-1 tot VI.2-15).
De wijzigingsrichtlijn past in een beleid van de Europese Commissie om werkgerelateerde kankers door blootstelling aan chemische agentia terug te dringen. Voor een volledig overzichht van de verschillende wijzigingen: Strengere grenswaarden kankerverwekkende agentia
Reprotoxische agentia
Richtlijn 2022/431/EU brengt reprotoxische stoffen in het toepassingsgebied, waardoor Richtlijn 2004/37/EG voortaan de benaming Richtlijn betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan carcinogene, mutagene of reprotoxische agentia op het werk meekrijgt. Reprotoxische stoffen kunnen mogelijk schadelijke effecten hebben op de seksuele functie en de vruchtbaarheid van volwassen mannen en vrouwen, en ook op de ontwikkeling van hun nageslacht. Voor de omschrijving van de reprotoxische stoffen worden de CLP-indelingscriteria gehanteerd (zie kader 1). De richtlijn maakt wel een onderscheid tussen reprotoxische stoffen waarvoor een drempelwaarde kan bepaald worden en deze waarvoor dit niet het geval is. De striktste eisen gelden voor de reprotoxische stoffen zonder drempelwaarde, aangezien het voor deze stoffen niet mogelijk is om een veilig blootstellingsniveau te bepalen. In België zijn reprotoxische stoffen al sinds 2017 opgenomen in het toepassingsgebied van titel VI.2 van de Codex welzijn op het werk. In de codex is er geen verschil tussen reprotoxische stoffen met of zonder drempelwaarde.
Omschrijving reprotoxische agentia Reprotoxische agentia: stoffen of mengsels die voldoen aan de criteria om als voor de voortplanting giftige stoffen te worden ingedeeld in categorie 1A of 1B, zoals bedoeld in bijlage I bij Verordening (EG) 1272/2008. - categorie 1A: stoffen waarvan bekend is dat zij toxisch zijn voor de menselijke voortplanting; - categorie 1B: stoffen waarvan verondersteld wordt dat zij toxisch zijn voor de menselijke voortplanting Reprotoxische agentia zonder drempelwaarde: reprotoxische agentia waarvoor geen blootstellingsniveau bestaat waaronder blootstelling veilig is voor de gezondheid van werknemers. Reprotoxische agentia met drempelwaarde: reprotoxische agentia waarvoor een veilig blootstellingsniveau bestaat waaronder blootstelling geen schadelijk effect heeft op de gezondheid van werknemers. Bron: Richtlijn 2022/431/EU en CLP-verordening 2008/1272/EG |
Gevaarlijke geneesmiddelen
Verder besteedt de richtlijn ook specifiek aandacht aan gevaarlijke geneesmiddelen. Gevaarlijke geneesmiddelen kunnen stoffen bevatten die als kankerverwekkend, mutageen of reprotoxisch zijn ingedeeld. De richtlijn stelt nu duidelijk dat dergelijke geneesmiddelen onder het toepassingsgebied van de richtlijn vallen en dat het aan de werkgever is om daarmee rekening te houden bij de risicobeoordeling. Aangezien het echter vaak moeilijk is om de nodige informatie terug te vinden, zal de Europese Commissie een indicatieve lijst opstellen met gevaarlijke geneesmiddelen en de daarin vervatte stoffen. Die lijst moet ten laatste op 5 april 2025 beschikbaar zijn. Daarnaast moet de Commissie ook praktische richtsnoeren uitwerken, die werkgevers kunnen hanteren om werknemers te beschermen tegen blootstelling aan gevaarlijke geneesmiddelen. De richtsnoeren , gepubliceerd in 2023, bevatten protocollen om veilig te werken met dergelijke geneesmiddelen en informatie voor de opleiding van gezondheidswerkers.
Grenswaarden lood
Aan de richtlijn wordt een bijlage IIIbis toegevoegd met biologische grenswaarden en maatregelen voor medische controle. De reden daarvoor is dat het op basis van de meest recente wetenschappelijke gegevens voor sommige stoffen ook nodig is om dergelijke biologische grenswaarden vast te leggen om ervoor te zorgen dat werknemers beschermd kunnen worden. In de nieuwe bijlage IIIbis is nu enkel een biologische grenswaarde opgenomen voor lood. Lood is een reprotoxische stof (H-zin 360: Kan de vruchtbaarheid of het ongeboren kind schaden). De biologische grenswaarde is dezelfde als deze die vastgelegd is in bijlage II van de richtlijn chemische agentia (98/24/EG en omgezet in de Codex welzijn op het werk, bijlage VI.1-2), nl. een bindende biologische grenswaarde van 70 μg Pb/100 ml bloed. Voor stoffen waarvoor er een biologische grenswaarde is vastgelegd, in dit geval dus lood, maakt de richtlijn de medische controle ook verplicht.
Bovendien is 'anorganisch lood en verbindingen daarvan' ook toegevoegd aan de lijst met grenswaarden van Richtlijn 2004/37 (bijlage III). Ook die grenswaarde is dezelfde als deze die is opgenomen in de richtlijn chemische agentia: 0,15 mg/m3 (acht uur, tijdgewogen gemiddelde).
Wellicht zal de Europese Commissie de grenswaarden voor lood in de toekomst echter verlagen, aangezien het Risk Assessment Committee (RAC) van het European Chemicals Agency (ECHA) in 2020 een advies heeft uitgebracht waarin strengere grenswaarden worden aanbevolen (zie kader). In 2023 is een voorstel voor richtlijn gepubliceerd dat de grenswaarden voor lood schrapt in de richtlijn chemische agentia (98/24/EG) en de grenswaarden in richtlijn 2004/37 sterk verlaagt.
Advies Risk Assessment Committee (RAC) i.v.m. grenswaarden beroepsmatige blootstelling lood - Grenswaarde, acht uur tijdgewogen gemiddelde: 4 μg lood/m3 (inhaleerbare fractie) voor lood en zijn anorganische verbindingen - Biologische grenswaarde: 150 μg lood/l bloed voor lood en zijn anorganische verbindingen - Biologische richtwaarde: 45 μg lood/l bloed Bijkomend haalt het RAC aan dat zowel de biologische grens- als richtwaarde onvoldoende bescherming biedt tegen de mogelijke effecten van lood op de ontwikkeling van het kind. Daarom wordt er aangeraden om de grenswaarden in de richtlijnen verder aan te vullen met een kwalitatieve bepaling, die stelt dat de blootstelling van vrouwen aan lood op de werkplek tijdens de vruchtbare leeftijd moet vermeden worden. Bron: RAC - Committee for Risk Assessment, Opinion on scientific evaluation of occupational exposure limits for Lead and its compounds, 2020. |
Uitbreiding lijst grenswaarden
Richtlijn 2022/431/EU brengt ook verscheidene wijzigingen aan in de lijst met grenswaarden (bijlage III). Voor benzeen is er een verstrenging van de bestaande grenswaarde. Die wordt van respectievelijk 3,25 mg/m3 en 1 mg/m3 (korte tijdswaarde) naar 0,66 mg/m3 en 0,2 mg/m3 gebracht. Er is wel een overgangsperiode voorzien tot 5 april 2024, met name grenswaarde 1 ppm (3,25 mg/m3) en vanaf 5 april 2024 tot 5 april 2026, met name grenswaarde 0,5 ppm (1,65 mg/m3).
Verder zijn acrylonitril en nikkelverbindingen toegevoegd aan de lijst. Net zoals voor benzeen kan het voor bepaalde sectoren moeilijk zijn om aan de strenge grenswaarden te voldoen en daarom zijn ook voor deze stoffen overgangsperiodes bepaald.
Tot slot zijn er ook twaalf reprotoxische stoffen aan de lijst met grenswaarden toegevoegd. Naast lood gaat het dan bijvoorbeeld om kwik en bisfenol A.
Omzetting in nationale regelgeving
De richtlijn treedt in werking 20 dagen na de publicatie. Vervolgens hebben de lidstaten twee jaar de tijd om de bepalingen om te zetten in nationale regelgeving. Dat betekent dat de lidstaten tot 5 april 2024 hebben om hun wetgeving aan te passen. Voor België gaat het om de bepalingen van boek VI Chemische, kankerverwekkende en mutagene agentia van de Codex welzijn op het werk.
Bron: Richtlijn (EU) 2022/431 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2022 tot wijziging van Richtlijn 2004/37/EG betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk
Meer weten:
Study to collect recent information relevant to modernising EU Occupational Safety and Health chemicals legislation with a particular emphasis on reprotoxic chemicals with the view to analyse the health, socio-economic and environmental impacts in connection with possible amendments of Directive 2004/37/EC and Directive 98/24/EC, final report prepared for DG Employment, Social Affairs & Inclusion, 2019.