Het ongeval
Het arbeidsongeval vond plaats in een middelgroot metaalverwerkend bedrijf in Wallonië. Het bedrijf produceert kleine metalen onderdelen die verschillende bewerkingen moeten ondergaan. Op het einde van elke productielijn kwamen de producten terecht in houten bakken. Afhankelijk van het productievolume en de omvang van de afgewerkte producten staan er veel of weinig bakken aan het einde van elke lijn. Van zodra een bak vol is, wordt die opgepikt door een heftruck.
Op drukke dagen staat de productiehal dus vol met lege en halfvolle bakken waardoor de vorkheftruckbestuurder weinig ruimte heeft om te manoeuvreren. Dit was ook het geval de dag van het bewuste arbeidsongeval. Door de vele bakken die de weg versperden, was de gang nauwelijks 1,5 meter breed.
De vorkheftruckbestuurder van dienst was onlangs omgeschoold van productiearbeider naar heftruckbestuurder in de logistieke eenheid. Hij had daarvoor een theoretische en praktische opleiding gevolgd en een rijvaardigheidstest afgelegd. De vorkheftruck zelf werd periodiek onderhouden door de leverancier en was uitgerust met een akoestisch signaal dat automatisch in werking treedt wanneer het toestel rijdt. Niet onbelangrijk om te vermelden is dat de werknemers omwille van de geluidsoverlast in de werkplaats verplicht waren om gehoorbescherming te dragen.
Het ongeval gebeurde toen een werknemer afgewerkte producten opnieuw opstapelde in een halfvolle bak. Hij zat op zijn knieën en de vorkheftruck reed in volle vaart over de linkervoet van de arbeider. Later werd de voorvoet geamputeerd.
Oorzaken
Het ongeval heeft verschillende oorzaken. Dit zijn belangrijkste (mede)oorzaken en de preventiemaatregelen die het ongeval hadden kunnen voorkomen:
- De werkplaats is te klein en zeker niet ruim genoeg wanneer de productie op volle toeren draait. Daardoor is het onmogelijk om de rijbanen voor de vorkheftruck voldoende af te scheiden van de productiemachines en stapelplaatsen voor afgewerkte goederen en basismaterialen. Dit is nochtans verplicht volgens Titel IV.3 van de Codex welzijn op het werk over mobiele arbeidsmiddelen.
- De vorkheftruckbestuurder had een korte opleiding gevolgd en was in het bezit van een certificaat. Maar in het bedrijf was er geen beleid rond bijscholing. Wie een gevaarlijk toestel bedient, moet om de vijf jaar een korte bijscholing volgen of onder begeleiding van een deskundige zijn rijstijl bijsturen.
- Een akoestisch alarm heeft weinig effect in een lawaaierige omgeving. In dit geval is een visueel signaal (bv. een knipperlicht) meer op zijn plaats. Al valt te betwijfelen of het slachtoffer dit knipperlicht zou hebben opgemerkt.
- Onder druk van de productievereisten zou de vorkheftruckbestuurder nogal snel gereden hebben. Een oplossing is om een heftruck uit te rusten met een snelheidsbegrenzer.
Werkorganisatie aanpassen
De belangrijkste oorzaak van het ongeval het gebrek aan manoeuvreerruimte. Er was nauwelijks een onderscheid tussen de productiezones en de circulatiewegen. In dit geval kan men beter kiezen voor een andere werkorganisatie. Zo kan men de bakken met afgewerkte producten afvoeren met manuele transpaletten. De bakken kunnen dan naar een afgebakende zone van de werkplaats worden gebracht waar de vorkheftruck ze veilig kan oppikken om ze naar het magazijn te brengen. Op dezelfde manier kunnen de basismaterialen aangeleverd worden. Op die manier wordt het contact tussen voetgangers en mechanisch aangedreven transportmiddelen beperkt.