05/03/2017 - Wet Werkbaar en wendbaar werk
Wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk — Uittreksels
Titel 2. Bepalingen met rechtstreekse werking
Hoofdstuk 2. Werkbaar Werk
Afdeling 2. Occasioneel telewerk
Art. 22.
Deze afdeling is van toepassing op de werknemers en de werkgevers die vallen onder het toepassingsgebied van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités.
Art. 23.
Voor de toepassing van de bepalingen van deze afdeling wordt verstaan onder:
1° occasioneel telewerk: een vorm van organisatie en/of uitvoering van het werk in het kader van een arbeidsovereenkomst waarbij, met gebruikmaking van informatietechnologie, werkzaamheden die ook op de bedrijfslocatie van de werkgever zouden kunnen worden uitgevoerd, incidenteel en niet op regelmatige basis buiten die bedrijfslocatie worden uitgevoerd;
2° occasionele telewerker: elke werknemer die occasioneel telewerk verricht zoals hierboven is gedefinieerd.
Art. 24.
Het occasioneel telewerk kan worden verricht in de woning van de occasionele telewerker of in elke andere door hem gekozen plaats.
Art. 25.
§ 1. De occasionele telewerker geniet dezelfde rechten inzake arbeidsvoorwaarden en is onderworpen aan een gelijkwaardige werkbelasting en aan gelijkwaardige prestatienormen als vergelijkbare werknemers die op de bedrijfslocatie van de werkgever werken.
§ 2. De occasionele telewerker organiseert zijn werk binnen het kader van de in de onderneming geldende arbeidsduur.
Art. 26.
§ 1. De werknemer kan aanspraak maken op occasioneel telewerk omwille van overmacht of persoonlijke redenen waardoor hij zijn werkzaamheden niet op de bedrijfslocatie van de werkgever kan uitvoeren, voor zover hij een functie en/of activiteit uitvoert die verenigbaar is met occasioneel telewerk.
§ 2. De werknemer vraagt het occasioneel telewerk voorafgaandelijk en binnen een redelijke termijn, aan bij zijn werkgever, met opgave van redenen.
De werkgever die niet kan ingaan op deze aanvraag, brengt zijn redenen zo snel mogelijk schriftelijk ter kennis van de werknemer.
§ 3. De werkgever en de werknemer maken in onderling akkoord afspraken over de nadere regels van het occasioneel telewerk, inzonderheid over de volgende elementen:
1° de eventuele terbeschikkingstelling door de werkgever van de voor occasioneel telewerk benodigde apparatuur en technische ondersteuning;
2° de eventuele bereikbaarheid van de werknemer tijdens het occasioneel telewerk;
3° de eventuele vergoeding door de werkgever van de kosten verbonden aan het occasioneel telewerk.
Art. 27.
Het kader waarbinnen de werknemer occasioneel telewerk kan aanvragen, kan worden vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst of in het arbeidsreglement, en dit zonder afbreuk te doen aan artikel 26, § 1.
Dit kader regelt ten minste de volgende elementen:
1° de functies en/of activiteiten binnen de onderneming die verenigbaar zijn met occasioneel telewerk;
2° de procedure om het occasioneel telewerk aan te vragen en toe te staan;
3° de eventuele terbeschikkingstelling door de werkgever van de voor occasioneel telewerk benodigde apparatuur en technische ondersteuning;
4° de eventuele bereikbaarheid van de werknemer tijdens het occasioneel telewerk;
5° de eventuele vergoeding door de werkgever van de kosten verbonden aan het occasioneel telewerk.
Art. 28.
Deze afdeling treedt in werking op 1 februari 2017, tenzij in de Nationale Arbeidsraad vóór die datum een collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten die door de Koning algemeen verbindend wordt verklaard en die voorziet in een alternatief mechanisme dat de doelstelling van deze afdeling bereikt, en die minstens afspraken bevat over de elementen van het kader voor occasioneel telewerk bedoeld in artikel 27.